Verslag proeverij 20 oktober 2012: Brouwerij St.-Jozef

Brouwerij St.-Jozefbieren

1. Ops Ale 5,5%ops-ale

Toelichting van brouwmeester Patrick: Lage gisting, meer mout en een zachtere hop dan de Pax-pils, eerder een Duitse lager. Niet volledig uitgegist om wat moutzoet te behouden.

  • Uitzicht: briljant helder, goudgeel, bescheiden pareling, invallend schuim (toch in onze brede proefglazen)
  • Geur: pilsgeur( soepgroenten), stro; ook mout en een zweem van fijne hop.
  • Smaak: moutzoetig en bitter in balans, behoorlijk mondgevoel (volmoutbier, geen maïs of rijst toegevoegd), prik van koolzuur ontbreekt.
  • Nasmaak: bitterheid blijft in de mond hangen.

Het moutige in de hoofdsmaak samen met de bittere nasmaak nodigen uit tot een tweede!

2. Herkenrode Tripel 7%herkenrode_tripel

Opdat dit puur moutbier niet te zwaar zou zijn en oprisping zou veroorzaken, werd het % alcohol beperkt tot 7, wat eerder laat is voor een tripel. Er werd East-Kent hop – dit is een Golding, dus kruidige hop - gebruikt. Er werd dry hopping toegepast, het bier werd niet gepasteuriseerd na de hoofdgisting en hergist op fles.

  • Uitzicht: goudblond, vrij helder tot wazig volgens uitgieten, mooie schuimkraag.
  • Geur: lichte appelzurigheid maar ook mout en alcohol en dan hoppig.
  • Smaak: prikkelig, wat de zurigheid versterkt, vineus en kruidigheid van de hop; eerder dun mondgevoel.
  • Nasmaak: bitterheid (walnoten, amandel?) blijft lang hangen.

3. Sint-Gummarus Tripel 8,3%sint_gummarus

Deze tripel is gepasteuriseerd na de hoofdgisting, om deze gisting volledig te stoppen zodat ze de nagisting niet kan beïnvloeden. Er werd naast de bleekmout een klein beetje Cara 50 gebruikt en 3 hopsoorten: een Golding, een bitterhop en een aromahop. Karamelmout ontstaat bij het heet eesten van natte mout, in tegenstelling tot bleke mout, die droog en niet zo heet geëest wordt. Het bier bevat drie kruiden, waaronder curaçao en koriander.

  • Uitzicht: bleek amber (of donker blond), helder tot licht wazig (plakgist) en vast, wandklevend schuim.
  • Geur: fris fruitig (onrijp fruit), kruidig en fijne hop.
  • Smaak: wat zoethout, zoetige karamel en bitterheid; de alcohol is goed gemaskeerd (valt minder op dan in de vorige nochtans sterkere tripel); volmondig.
  • Nasmaak: bescheiden, maar toch wat tannine en karamel; de pril op de tong en de hop blijven hangen.

4. Herkenrode Bruin 7%herkenrode_bruin

Hier werd puur Munichmout (tussen bleek en cara) van zomergerst gebruikt en een aromatische East-Kent hop. Door de hoofdgist weg te filteren en te pasteuriseren en voor de nagisting een plakgist te gebruiken, is het bier vrij helder.

  • Uitzicht: donker amber met rode gloed, rood koper; dik en fijn beige schuim (mousse).Licht gesluierd.
  • Geur: licht gebrand, fruit: kweepeer, perzik, appelfris: een Limburgse fruitkorf.
  • Smaak: karamelzoetig, op het randje van plakkerig, maar gered door Co2-frisheid en fijne bitterheid.
  • Nasmaak: wat droog in de mond maar toch ook een beetje plakkerig; dus zoetbitter. Bescheiden maar eerder lang.

5. Gummarus Dubbel 7,1%sint_gummarus_dubbel

Hier is meer cara-mout in dan in de vorige; gefilterd en gepasteuriseerd na de hoofdgisting.

  • Uitzicht: iets donkerder dan bordeaux, dik, beige schuim met bovenaan iets grotere bellen.
  • Geur: wat gebrand, eerder toffees, Co2-zuur, fruit; een zweem van orangettes (of pomerans, de zure appelsien met aromatische schillen die de curaçao levert) of kersenlikeur (sherry brandy).
  • Smaak: een bittere, ietsje wrange aanzet, vanille/hout; niet dun maar niet echt volmondig, waardoor minder zwaar en lichter verteerbaar.
  • Nasmaak: mondzoetig maar niet plakkerig, want ook bescheiden bitterig; blijft langen hangen dan de Berkenrode Bruin.